Op weg naar De Reep rond 1900 (deel 1)
De Kring voor Heemkunde heeft in de 78 jaar dat hij bestaat heel wat boeiende vertellers gehad die het Kontich van weleer op hun duimpje kenden. Om dat aan te tonen laten we graag Jozef Van Passen aan het woord. Jozef is de vader van Robert die de Geschiedenissen van Kontich en Waarloos heeft geschreven. Hij haalt herinneringen op aan de Mechelsesteenweg bij het begin van vorige eeuw.
|
Rollover image: Hof van Koelman, tegenwoordig beter gekend als Beukenhof |
"De wijk "De Reep" lag tamelijk ver afgelegen van het dorp. De grens van het dorp was “Het Kroontje”. Het hof van Koelman met de hovenierswoning van Pitje den Hovenier, lagen reeds buiten het dorp. (resp. rechts en links van de Kruisschanslei, Frank Hellemans)
Voorbij het hof stonden nog twee huizen met verdieping. In het eerste woonde kapitein Verstraeten, kapitein van “den Dipo” (verbastering van "Le Dépôt" zoals de kazerne genoemd werd; de benaming Kontich-Kazerne bestond nog niet). In het tweede werd veel later de herberg “het Sterreke” geopend.
|
Het huis Feremans, vroeger: woning van twee burgemeesters ... |
|
En nu: ... woning van huidig schepen Wim Claes |
Even verder lag het winkeltje van Betteke en de hovenierderij Smulders. Daarnaast het huis Feremans (Mechelsesteenweg 160, Frank Hellemans), met een grote hof langs de straat, tot aan een rij van drie witgekalkte huisjes zonder verdieping. Het laatste er van was bewoond door Peerke de Gardechasse, boswachter van het Broekbos en Angelique zijn vrouw, “die kost spreek e bitj Vloms”.
Een honderdtal meter verder stond de hoeve van Mie De Roeck met de windmolen die er zijn laatste jaren beleefde (de Lijsterbolmolen, begin WO I afgebrand op 29 september 1914, Guido Pede).. Daarnaast nog een hoeve en dan geen enkel huis meer tot aan het hoefje dat aan de Reep paalde.
Aan de overzijde van de straat, ten oosten van de steenweg, stond juist voorbij het Bergstraatje de “Villa Philippina”, een lemen huisje met strooien dak. Een weinig verder lag de afspanning “In den Berg”. Hier hing een schoon geschilderd uithangbord. Een bruine berg te midden blauwe wolken en aan beide kanten stonden de witte letters van het opschrift:
De hooiwagens van Walem hielden hier halt, en als dan de voerlui in de herberg binnentraden, om bij hun boterhammen een pint te drinken, zegden ze hun rijmpje op:
In den – esta – bij
Berg – minet – Claes
Ze lazen van boven naar onder de tekst van het uithangbord, wat dan direkt de baas in heel slecht humeur bracht.
Op de hoek van de Lijsterbolstraat stond het laatste huis, dat later de herberg “In de Vroege Morgen” werd.
Daarnaast lagen de velden in één vlakte tot aan de 3 of 4 lage witte huisjes nabij de huidige viaduct. (Toen over de "diepe route", spoorlijn 25A, die nu de Oude Spoorwegberm wordt genoemd. Er was nog geen sprake van de Koningin Astridlaan, Frank Hellemans.)
|
Slide show: Villa Philippina |
De wijk "De Reep" bestond dus uit een tiental huizen. Vanuit Kontich, richting Waarloos: een hoefje, de brouwerij, de herberg “De Reep”, het kapelleke, Reepkenslei en een rij van 3 huizen. Links: de 3 of 4 huisjes tussen de huidige Koningin Astridlaan en de viaduct
Inwoners een zestigtal. En toch hadden die mannen hun jaarlijkse kermis, die eigenlijk Kapellekenskermis had moeten heten in plaats van Reepkenskermis. Tegenover de Reep stond dan een grote danstent, waar men een dag en een nacht wals, polka en Streep kon dansen, naar hartenlust kon drinken en kon… vechten!
Van kramen of paardenmolen of “zwierentouter” was er geen spraak. Enkel het kraampje van Toke de Bruyn stond heel alleen naast de tent. Twee houten schragen, waarop een brede plank dienst deed als toog, waarop de “muntenbollen” ten toon lagen. Boven en achter was een zeil gespannen als beschutting tegen regen en wind.
Vele jaren later is de foor dichter naar het dorp afgezakt en stonden er “echte” kramen tot op den Berg en later zelfs bij het Kroontje.
De herberg “In den Berg” nochtans, deed reeds rond 1900 mee met Reepkenskermis, en had te dier gelegenheid telkens ook een danstent in den hof opgesteld. Dit heeft geduurd totdat in de geburen op de hoek van de Lijsterbolstraat een derde herberg geopend werd, “In den Vroegen Morgen”, waar dan het volgende jaar ook een danstent stond. Dan oordeelde de baas uit “Den Berg” dat het voor hem niet meer lonend zou zijn en werd bij hem geen “spel” meer gehouden.
In 1914, op de vooravond van het uitbreken van de oorlog, had een zwaar orkaan de danstent op Reepkenskermis omgewaaid. “Slecht voorteken,” zei men in het dorp. “Ne-e, ’n straf,” zegden anderen, “nu nog te kermissen als al onze jongens onder de wapens zijn geroepen!”
Tot hier een stuk van het verhaal dat Jozef Van Passen (1892-1967) vertelde in 1956. We waren er niet bij, maar hij liet het optekenen in de brochure die de Kring dat jaar publiceerde ter gelegenheid van de 200e verjaardag van de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van de Reep. Deel twee met de beschrijving van de brouwerij, de herberg en het kapelleke van de Reep is voor een volgende keer.
Redactie: Frank Hellemans; tekening uithangbord: Eric Bouwens; illustraties: Kring voor Heemkunde.
Uit het Informatieblad van de gemeente Kontich, maart 2021.
En vind HIER de lijst van alle heemkundige "Sprokkels" over Kontich-Waarloos.
|